Een goed begin is het halve werk. Maar hoe doe je dat dan? Hoe verzamel je data en welke tools gebruik je? Hoe scheid je zin van onzin? En hoe maak je data zo visueel dat iedereen in jouw sociale onderneming ermee kan werken?
Met dit stappenplan leer je hoe je zelf concreet aan de slag kunt gaan met data. We gaan ervan uit dat je een ‘beginner’ bent qua datavolwassenheid en we gaan dus geen ingewikkelde big data modellen introduceren. Het doel is zelf met eigen middelen datagedreven te kunnen gaan werken. Klein beginnen en vanaf daar steeds grote groei maken in het datagedreven werken.
Waarom data verzamelen?
Data verzamelen begint, hoe kan het ook anders, met de vraag waaróm je data verzamelt. Wat is het doel? Deze zogenaamde datastrategiebepaling dwingt je om goed na te denken over de grote waarom-vraag. In dit stappenplan gaan we ervan uit dat je de strategie al bepaald hebt.
Tip: toets de datastrategie aan je bovenliggende sociale missie (of: bedrijfsdoel). Zit daar een gat tussen? Kijk dan nog een keer kritisch naar de waarom-vraag.
Welke type data?
De eerste scheiding die je maakt is tussen interne data en externe data. Interne data is data die je zelf hebt. Denk bijvoorbeeld aan klantgegevens, verkoopcijfers en het aantal volgers op jouw social-mediakanalen. Externe data is data die je van buitenaf moet halen. Denk aan weersverwachting, demografische gegevens en profielen van potentiële klanten op social media.
Data kan verder kwalitatief of kwantitatief zijn. Dat is de tweede scheiding die je maakt. De methode die je gaat gebruiken om data te verzamelen hangt samen met het type data dat je gaat verzamelen.
Kwalitatieve dataverzameling is zinvol als je nog maar weinig weet over jouw datavraagstuk of als je onderzoeksvraag niet specifiek genoeg is. Aangezien je dan nog niet goed kunt inschatten wat de uitkomsten van de vragen zullen zijn, is kwalitatief onderzoek in dat geval handig en zinvol. Een goede manier is diepte-interviews afnemen of een groep gebruikers observeren. Kwantitatief onderzoek heeft als doel om een vraag getalsmatig te beantwoorden. Kwantitatief data verzamelen gebeurt bij grotere groepen, door bijvoorbeeld naar klikgedrag op de website te kijken of door enquêtes te houden.
Katern
Hoeveel mensen moeten we interviewen in een gebruikersonderzoek?
Het korte antwoord is natuurlijk: zo veel als je nodig hebt om je antwoorden te vinden. Het langere antwoord is complexer. Feit is dat nul interviews je ook nul inzichten geeft. Op het moment dat je data gaat verzamelen van je eerste gebruiker, gaat de curve al steil omhoog. Maar…hoe meer interviews je op elkaar gaat stapelen, hoe minder je leert. Na het vijfde interview ben je tijd aan het verspillen doordat je telkens dezelfde inzichten herhaald ziet worden (bron: Jacob Nielsen).
De ‘regel van 5’ is een vuistregel in statistieken: in een willekeurige steekproef van 5 is er een kans van 93,75 procent dat de gemiddelde waarde van een populatie tussen de laagste en hoogste waarde zit (bron: Douglas Hubbard).
Conclusie: Vijf is het toetsgetal (sample) met de beste kosten-opbrengsten ratio.
Hoe maak je een stappenplan?
Wanneer je duidelijk hebt wat het doel is van data verzamelen, maak je een stappenplan om dat doel te bereiken. We gebruiken hiervoor de zogenaamde ‘5 Bold Steps’ oftewel 5-grote-stappenoefening. Dit canvas is gemaakt door David Sibbet van Grove International en werkt heel goed om de datagedreven verandering in je organisatie te visualiseren én te bewerkstelligen. Deze oefening gaat als volgt:
Wie: Je hele team (maximaal 7 mensen)
Doel: Het stappenplan visualiseren
Moeilijkheidsgraad: Gemiddeld
Duur: 45 minuten
Benodigdheden: Whiteboard of flip-over, post-its, stiften
Gefeliciteerd! Je hebt een concreet stappenplan gemaakt. Plaats deze duidelijk zichtbaar in je organisatie en ga ermee aan de slag.
Tip: denk echt in Bold Steps. De details kun je later uitwerken per stap. Een voorbeeld kan zijn: stap 1) Bepalen welke data we nodig hebben, stap 2) Vaststellen waar we nu staan / nulmeting, stap 3) Bepalen welke interne en externe data we nodig hebben en waar die zich bevinden, stap 4) Tools selecteren om, stap 5) Data te ontsluiten en te visualiseren
Tip 1. Altijd in de context plaatsen
Zet je data altijd in de juiste context en wees je ervan bewust dat deze context kan veranderen. Te vaak wordt data uit de context gehaald, op aannames gebaseerd en gegeneraliseerd. Handig voor het grotere beeld, maar onhandig wanneer er nieuwe data beschikbaar is, of je de data in een andere context moet analyseren. Zo kunnen verkoopcijfers laten zien wat er is gebeurd, maar geven geen beeld van waarom dat zo gegaan is.
Tip 2. Stel de aantallen vast
Stel vast hoe groot de totale populatie is en welk deel je daarvan nodig hebt om een juist beeld te krijgen. Bij kwalitatief onderzoek is 5 voldoende (zie katern). Heb je nog niet voldoende informatie? Neem dan extra interviews af. Bij kwantitatief onderzoek hoef je niet iedereen te spreken voor een goed beeld. Een representatieve steekproef is voldoende.
Tip 3. Houd het overzichtelijk
Data vastleggen moet je zo doen dat relevante data overzichtelijk bij elkaar staat en klaar is voor visualisatie en analyse. Een onoverzichtelijke ongesorteerde bak data of een grote stapel enquêteformulieren is niet genoeg.
Tip 4. Houd je data schoon
Zorg dat de data consistent hetzelfde is, altijd up-to-date en vrij van ruis. Dus gegevens altijd op dezelfde manier opslaan (bijvoorbeeld voluit geschreven en niet met afkorting), de veranderingen doorvoeren (bijvoorbeeld een nieuw contactpersoon) en geen velden vullen met onnodig proza (bijvoorbeeld weersgegevens als die nooit van invloed zijn op jouw situatie).
Relevante links en handige tools:
Dit artikel is een bijdrage van The Next Lab